Op de scheurkalender in de keuken hangen nog de laatste dagen van oktober 2005. Mijn Johan was die dagen erg in de weer geweest in mijn moeders veranda. Hij had er een atelier bloemschikken van gemaakt, tafels vol groene oasis, alle soorten takjes, alle soorten bloemen. Hij had tenslotte niet voor niets na zijn koksopleiding onder meer ook nog een cursus bloemschikken gevolgd. En die kennis en vaardigheid gebruikte hij nu om mooie stukken te maken voor de graven van mijn familie en de zijne.
Op 31 oktober vertrok hij met nicht Monique tevreden naar Geraarsdsbergen, naar de graven van broer Joost en vader Cesar. De ochtend van 1 november ging hij naar Suzanne om er de bomen te snoeien. Suzanne, dat was de plek in Sint-Agatha-Berchem waar Arcuul op vakantie ging als wij op reis waren.
1 november 2005 was een mooie dag, ideaal voor snoeiwerk. Johan belde me onderweg om te zeggen dat hij snel zou terug zijn. Toen hoorde ik urenlang niets, wat zeer ongewoon was, Johan belde enkele keren per dag. Verder vertel ik niet, dat was Johans allerlaatste telefoontje. Op die akelige 1 november 2005.
“Ik ben gelukkig”, had hij enkele dagen eerder op een wandeling met Arcuul nog gezegd. Ik heb het goed gehad met u, veel dromen waargemaakt, mooie reizen gemaakt (deze morgen vond ik zijn reispapieren uit juli 2005: Groenland, IJsland, Far Oer… ) “Nu nog mijn droom, de Lodge, afwerken”.